Iedereen staat wel eens tegen zijn of haar zin op. Het rotte gevoel dat je dan alles en iedereen vervloekt, is dus algemeen bekend. Wel, vermenigvuldig dat gevoel tienmaal of vergroot en versterk het tot een onbekend hoogtepunt en je zit in de buurt van hetgeen ik deze morgen voelde. Ik dramatiseer deze keer echt niet, soms dondert en bliksemt het als ik zo wakker word. Meer nog, met één enkele blik veroorzaak ik dan gewelddadige natuurfenomenen waartegen de orkanen of tornado’s in het midwesten van de Verenigde Staten of zelfs de tsunami in Thailand of Japan, niet meer zijn dan een briesje of spatje regen…
Bovendien zit ik met iets wat mijn lotgenoten, (on)mensen die ook MS hebben – nee, vandaag ben ik NIET tof of sympathiek – een ‘opstoot’ of ‘opflakkering’ noemen. Eigenlijk merkte ik dit weekend al een plotse toename van reeds bestaande neurologische klachten. Zo stapte ik ineens slechter, werd mijn evenwicht nog slechter, sprak ik trager en kreeg ik het gevoel dat alle energie uit m’n lichaam werd gezogen. Daarom belde ik gisteren naar het nationaal MS-centrum in Melsbroek waar ik straks (hopelijk) zal verder geholpen worden. Concreet verwacht ik dan een cortisone-behandeling al dan niet gekoppeld aan een korte opname van enkele dagen…
Hoewel dit niet de hoofdreden is waarom ik tegen mijn zin opsta, maakt het natuurlijk wel alles erger. Al vloekend stap ik naar de badkamer waar ik me zelfs scheer. Ziek of niet, ik ben zo ijdel dat ik er altijd goed wil uitzien en dus ook straks wanneer ik tegen een neuroloog mijn beklag moet doen. Mijn kin en wangen voelen aan als het kontje van een pasgeboren baby waneer ik besluit naar mijn keuken te gaan om er koffie te zetten…
Op het moment dat ik suiker uit de kast wil nemen, stoot ik tegen een potje met tandenstokers dat om één of andere reden naast de suiker staat. Resultaat: alle houten stokjes vliegen in het rond en belanden op de grond en het aanrecht. Het zijn er trouwens 116! Ik heb ze niet geteld maar ik weet het gewoon. Misschien kreeg ik ineens een onverklaarbare ingeving. Zoiets als Dustin Hoffman in de film Rain Man die iedereen wel gezien heeft. In geen geval lijkt het me wijs of slim kenbaar te maken wat ik toen allemaal zei en schreeuwde. De buren moeten denken dat er een moord of brutale verkrachting bij me was…
Om af te sluiten kan ik zeggen dat ik niet de enige ben die zo dramatisch is ’s morgens. Het is een familiaal trekje. Echt, in vergelijking met enkele ‘naasten’ die ik verder niet ga noemen of beschrijven, ben ik een doetje! Wens me voor straks in ieder geval veel geluk, ik zal het nodig hebben. En u?
Adil Fraihi